Niet te zacht en niet te hard. Dat is de sleutel tot succes bij het koken van een eitje, het kiezen van een matras én het treffen van de juiste toon tegen collega’s. Assertief zijn en opkomen voor jezelf zonder agressief te worden en anderen neer te halen – hoe doe je dat?

Stel: een collega komt altijd te laat terug uit pauze en de rest van de ploeg draait ervoor op. Of de nieuwste aanwinst van het team zet bij elke mail 20 mensen in cc, zodat jullie toch al volle mailbox helemaal overstroomt? Ben je dan assertief of agressief als je daar iets over zegt? Verrassend genoeg kan het beide kanten op! Er zijn altijd 2 manieren om een onprettige boodschap te brengen: constructief of aanvallend. Het gaat niet om wat je zegt, maar om hoe je dat doet. Met deze do’s en don’ts spreek je zelfzeker, assertief én collegiaal.

DO

Begin een gesprek met je collega, in plaats van hem/haar de les te spellen. Let erop dat je niet alleen spreekt maar ook luistert. Toon begrip voor je collega en leg op jouw beurt je standpunt uit. Een goed gesprek is tweerichtingsverkeer.

DO

Let op je ademhaling en je lichaamstaal. Met een gejaagde spreektoon of gebalde vuisten maak je onbewust (en vaak onbedoeld) een aanvallende indruk. Blijf kalm en beleefd.

DON’T

Denk niet: “Dat varkentje zal ik eens gauw wassen.” Ten eerste vindt je collega het waarschijnlijk niet leuk dat je hem/haar als ‘varkentje’ ziet 😊 Bovendien vertrek je met verkeerde verwachtingen. Voor een moeilijk gesprek moet je tijd maken. Er is geduld nodig om samen een oplossing te vinden. Probeer je mening niet op te dringen in 1, 2, 3.

DON’T

Blijf weg van alles wat naar pesten ruikt. Oké, je wilt een collega aanspreken op een aspect van zijn/haar gedrag. Maar dat kan zonder beledigingen, veralgemenende kritiek, neerbuigende imitaties of dreigementen. Laat je niet betrappen op uitspraken als: “Als ik nog een keer jouw vuile schoenen voor mijn kastje vind, gooi ik ze in de container!” Ga liever een gesprek aan over de voordelen van het schoenenrek.

DO

Zeg waar het op staat. Op een respectvolle toon is alles bespreekbaar. Communiceer dus eerlijk en authentiek over wat je stoort. Geef gerust toe dat het gesprek ook wat onwennig is voor jou: “Maar ik wou dit toch liever samen bespreken dan erover te klagen achter je rug.” Zo geef je aan dat je wil investeren in een positieve (werk)relatie.

DO

Doe je huiswerk en check de feiten voor je iemand aanspreekt. “Iedereen vindt dat jij...”? “Omdat jij altijd...”? Dat soort vaagheden geeft geen pas! Spreek vanuit jezelf en hou het zo concreet mogelijk. Je collega’s zijn geen hopeloze sloddervossen (veralgemening). Maar vorige donderdag lagen de restjes van hun lunch in de kantine op tafel en dat was niet aangenaam voor jou.

DON’T

Maak er geen machtsspelletje of wedstrijd van. Je stem verheffen om te intimideren of je gesprekspartner overstemmen? Die toer ga je liever niet op. Probeer niet om het gesprek te ‘winnen’. Probeer om samen een oplossing te vinden zonder dat iemand z’n gezicht verliest.

DO

Durf het gesprek te beëindigen. Merk je dat je gesprekspartner al het bovenstaande naast zich neerlegt? Stuur jij kalme, respectvolle ‘ik’-boodschappen maar krijg je gemene verwijten terug? Laat je dan vooral niet meeslepen in de conflictsfeer. Beëindig het gesprek vriendelijk maar beslist en zoek iemand in jullie bedrijf – een teamleider of ombudsman? – die kan bemiddelen.

PS: Nee zeggen? Een vak apart. En vacatures die 100% op je golflengte zitten.